Is een woonunit vergunningsvrij?

Een mantelzorgwoning kan op het achtererf vaak planologisch en bouwvergunningvrij worden gerealiseerd. Meestal moet voor een woonunit ook een bouwvergunning worden aangevraagd. Een aanvraag bouwvergunning wordt door de gemeente getoetst aan het bouwbesluit. Een mantelzorgwoning dient wel aan de normen van het bouwbesluit te voldoen. Voor een dergelijke unit moet planologisch wel een omgevingsvergunning worden aangevraagd.

Voor het plaatsen van een woonunit is in de meeste gevallen een vergunning nodig. De woonunits van Stock Units voldoen aan het tijdelijk bouwbesluit en zijn daarmee geschikt voor tijdelijke plaatsing. Onze units zijn vergunningsvriendelijk — maar je blijft zelf verantwoordelijk voor de aanvraag bij de gemeente. Elke gemeente hanteert haar eigen voorwaarden voor plaatsing van een woonunit. Soms is een vergunning snel geregeld, soms zijn er beperkingen in het bestemmingsplan. Neem dus altijd vooraf contact op met je gemeente voor duidelijkheid over wat er wel en niet mag. Lokale verschillen zijn groot, dus laat je goed informeren. Het antwoord is meestal: ja. Maar dit hangt af van de regels van de gemeente waarin je de woonunit wilt plaatsen.

Een woonunit kan voor verschillende doeleinden worden gebruikt, zoals tijdelijke woonruimte tijdens een verbouwing of als je huidige woning beschadigd is door brand- of waterschade. Er zijn echter wel regels waar je je aan moet houden als je in een woonunit wilt wonen. Deze moet bijvoorbeeld aan verschillende eisen voldoen en ook mag je hier niet voor onbepaalde tijd blijven wonen. De regelgeving rondom het plaatsen en bewonen van woonunits varieert sterk per gemeente. Het is aan te raden om altijd vooraf contact op te nemen met de betreffende gemeente om na te gaan welke stappen je moet ondernemen. Sommige gemeentes vereisen een tijdelijke omgevingsvergunning, terwijl anderen een melding voldoende achten. Het proactief opvragen van de benodigde informatie kan dus onnodige problemen voorkomen.

De discussie zit hem hier in de vraag of deze tijdelijke woonunit een hoofdgebouw is. Staat de woonunit op bijvoorbeeld een agrarisch perceel, dan is het nooit een hoofdgebouw. En is zelfs de bedrijfswoning dan een bijbehorend bouwwerk. In dat geval is de woonunit altijd bouwtechnisch vergunningvrij, als deze niet hoger is dan 5m etc. Staat er echter nog geen woning, en wordt de woonunit geplaatst voordat deze wordt gebouwd dan is de woonunit tijdelijk het hoofdgebouw. Maar dan even mijn vraag hoe de gemeenten hier voor de Omgevingswet mee omgingen. Werd er dan ook een ‘bouwvergunning’ voor zo’n tijdelijke woonunit (bouwkeet/stacaravan) verleend? En werd deze dan ook geheel getoetst aan de bouwtechnische regels? Als dat niet het geval was, waarom wordt de praktische invulling dan niet voortgezet onder de Omgevingswet en scharen we deze tijdelijke situatie onder het artikel 2.27 lid 2.j (De tijdelijke bouwwerken tijdens de bouw- onderhouds of sloopactiviteit).

Voor het plaatsen van een tijdelijke woonunit heb je altijd een omgevingsvergunning nodig. Deze vergunning dien je vooraf aan te vragen. De vergunning wordt uitsluitend verleend voor maximaal twee jaar. De woonunit mag slechts uit één tijdelijke woongelegenheid bestaan. Omdat de eisen voor het plaatsen van een tijdelijke woonunit minder streng zijn, hoef je vooraf geen informatieverzoek in te dienen en kun je meteen een Omgevingsvergunning aanvragen.