Wat is een typisch Fries woord?

Karlijn Stettyn
2025-08-05 00:58:55
Count answers
: 16
Aaisocht = niet de behoefte om iemand te aaien, maar “eieren gezocht”.
Amer = geen meisjesnaam, maar een “emmer”.
Earrebarre = geen bar verleden, mais een “ooievaar”.
Fretten = geen fretten, dieren, maar “voer, vreten”.
Jaar = geen jaar, maar een “uier”.
Ko = geen jongensnaam, maar een “koe”.
Lûke = geen luik, maar “trekken”.
Reed = geen reet, maar een “pad”.
Reedrider = geen scheldnaam voor een homo, maar een “schaatser”.
Skilje = niet schillen, maar “telefoneren”.
Sloerbokse = geen sloerie, maar een treuzelkous.
Sjitpartij = geen shit party, maar een “schietpartij”.
Sûpke = geen Cup a Soup, maar een “borrel”.

Sami Wolffel
2025-08-05 00:25:08
Count answers
: 16
Een typisch Fries woord is ark it, dit betekent ‘gereedschap’. Ook bealch, dat ‘lichaam, romp, buik van een dier’ betekent, is een mooi voorbeeld. Verder heeft het Fries woord bjirk, dat ‘berk’ betekent, geen cognaat in het Nederlands. Ook biis, dat ‘boef, schurk, booswicht; guit, schalk, grappenmaker’ betekent, is een interessant voorbeeld van een typisch Fries woord. Een ander typisch Fries woord is boask it, dat ‘huwelijk; verloving (verouderd)’ betekent. Bôle is een ander typisch Fries woord, dat ‘brood’ betekent, net als bylje, dat ‘blaffen (vooral van grote honden)’ betekent.
Een ander voorbeeld is deilis, dat ‘ruzie hebbend, in twist’ betekent, of del dat ‘neer, naar beneden, omlaag’ betekent. Do en dreech zijn ook Friese woorden: het eerste betekent ‘duif’ en het tweede ‘stevig; degelijk; moeilijk’. Ook ea, dat ‘ooit’ betekent, is een typisch Fries woord. Each it, dat ‘oog’ betekent, is nóg een voorbeeld, evenals eangje, dat ‘vrezen, bang zijn’ betekent. Earn is een ander typisch Fries woord, dat ‘arend; adelaar’ betekent.
Een typisch Fries woord is earrebarre, dat ‘ooievaar’ betekent. Elf is ook een mooi voorbeeld van een Fries woord, dat ‘verstandig, snugger’ betekent. Faam en faai zijn andere Friese woorden, waarbij faam ‘jonge vrouw’ betekent, en faai ‘veeg, ten dode gedoemd; hachelijk; onheilspellend’ betekent. Fear, fjildhoeden en fjoer zijn nóg een paar voorbeelden: fear betekent ‘vierde deel, kwart, verrel’, fjildhoeden betekent ‘schuw en waakzaam (gez. van wilde dieren)’ en fjoer betekent ‘vuur’.
Gauris is een ander typisch Fries woord, dat ‘dikwijls, vaak; binnenkort; vlug, meteen’ betekent. Geafreon, gearrane en gleon zijn ook Friese woorden, waarbij geafreon ‘dorps- of streekgenoot’ betekent, gearrane ‘samensmelten’ betekent en gleon‘gloeiend, heet; schitterend, blinkend; vurig; woedend’ betekent. Gnyskje, goes en grânzgje zijn andere voorbeelden: gnyskje betekent ‘spotlachen, grijnslachen’, goes betekent ‘gans’ en grânzgje betekent ‘grommen’.
Een ander mooi voorbeeld van een typisch Fries woord is grimmyt, dat ‘kwaadaardig, grimmig persoon’ betekent. Grymtosk is een ander Fries woord, dat ‘vreesaanjagend iets; de dood (verouderd)’ betekent. Harkje, hauk en hjerst zijn andere voorbeelden, waarbij harkje ‘luisteren’ betekent, hauk ‘havik’ betekent en hjerst ‘herfst’ betekent. Hjoed is een ander typisch Fries woord, dat ‘vandaag, heden’ betekent, evenals hjoed ‘vandaag, heden’ en hjouwer, dat ‘haver’ betekent. Hosk en hommels zijn ook Friese woorden, waarbij hosk ‘veracht, miskend’ betekent en hommels ‘plotseling’ betekent.
Húnsk en hynder zijn nóg twee Friese woorden: húnsk betekent ‘honend’ en hynder betekent ‘paard’. Jaan, jamk en jeld zijn andere voorbeelden: jaan betekent ‘geven’, jamk betekent ‘vaak; goed, gunstig; aantrekkelijk, mooi; misschien’ en jeld betekent ‘ouderdom’. Jork, jûn en kaai zijn andere typische Friese woorden, waarbij jork ‘groene kikker’ betekent, jûn ‘avond’ betekent en kaai ‘sleutel’ betekent. Kjeld en kjelte zijn ook Friese woorden, waarbij kjeld ‘kou’ betekent en kjelte ‘schrik’ betekent.
Een ander mooi voorbeeld van een typisch Fries woord is kreas, dat ‘knap (van uiterlijk); netjes’ betekent. Kweafreon, kwier en kwiikje zijn andere voorbeelden: kweafreon betekent ‘kwade vriend, vijand’, kwier betekent ‘keurig, netjes, bevallig’ en kwiikje betekent ‘een noodkreet geven (door dieren)’. Lask en leavens zijn ook Friese woorden, waarbij lask ‘dun, mager’ betekent en leavens ‘liefheid, lief-zijn’ betekent. Ljirre en ljuensk zijn andere typische Friese woorden, waarbij ljirre ‘rookvlees; dijen, achterste’ betekent en ljuensk ‘lonkend, lokkend; (vals) vleiend’ betekent.
Een ander typisch Fries woord is lofts, dat ‘links’ betekent, evenals lôge, dat ‘vlam’ betekent. Lyts is een ander mooi voorbeeld van een typisch Fries woord, dat ‘klein’ betekent. Mearke en meirin zijn ook Friese woorden, waarbij mearke ‘sprookje’ betekent en meirin ‘voorspoed’ betekent. Miich en mingel zijn andere voorbeelden: miich betekent ‘bloedverwant, maag’ en mingel betekent ‘liter’. Mjirkje en myst zijn andere typische Friese woorden, waarbij mjirkje ‘zich vlug, springend voortbewegen’ betekent en myst ‘handige, ietwat gemene vent’ betekent.
Nâle, nea, neiteam en njirre zijn nóg enkele voorbeelden van Friese woorden, waarbij nâle ‘navel’ betekent, nea ‘nooit’ betekent, neiteam ‘nageslacht’ betekent en njirre ‘adder; kreng’ betekent. Njoer, njonken en nju zijn andere Friese woorden, waarbij njoer ‘nors, bars, boos; naar, angstwekkend’ betekent, njonken ‘nevens, naast’ betekent en nju ‘genoegen, vreugde’ betekent. Njummel, noaskje en nocht zijn andere voorbeelden: njummel betekent ‘klein en lief (m.b.t. meisjes en vrouwen)’, noaskje betekent ‘bevallen, behagen, aanstaan’ en nocht betekent ‘plezier’.
Een ander typisch Fries woord is núnderje, dat ‘neuriën, halfluid zingen; ruisen (van water of gebladerte)’ betekent. Nuver en nytger zijn andere Friese woorden, waarbij nuver ‘vreemd, raar, merkwaardig’ betekent en nytger ‘plaagbeest, plaaggeest’ betekent. Raansk, reauntsje en rier zijn andere voorbeelden: raansk betekent ‘nukkig; behept met boze, listige streken, kuren’, reauntsje betekent ‘zacht spreken, (in het oor) fluisteren’ en rier betekent ‘vaars’. Ris, risselje en rjemme zijn andere typische Friese woorden, waarbij ris ‘uitrusting’ betekent, risselje ‘ijsnaalden vormen, licht vriezen’ betekent en rjemme ‘room’ betekent.
Rjochts en rju zijn andere Friese woorden, waarbij rjochts ‘rechts’ betekent en rju ‘vrij veel; nogal; vaak; zeer’ betekent. Rjuchts is een ander typisch Fries woord, dat ‘meerstemmig’ betekent. Rûgelje en rynsk zijn andere voorbeelden: rûgelje betekent ‘verspreid neervallen, strooien; sneuvelen’ en rynsk betekent ‘mild; goedgeefs, gul’. Sabeare en sinne zijn andere Friese woorden, waarbij sabeare ‘doen alsof’ betekent en sinne ‘zon’ betekent. Sjoene, skaai en skane zijn andere typische Friese woorden, waarbij sjoene ‘gezichtsvermogen’ betekent, skaai ‘ras, soort; geslacht, familie; afkomst; nageslacht’ betekent en skane ‘wijdbeens staan’ betekent.
Skientme, skierâld en skjin zijn nóg enkele voorbeelden: skientme betekent ‘schoonheid’, skierâld betekent ‘aloud, overoud’ en skjin betekent ‘schoon, rein’. Skoander, skoft en skonk zijn andere typische Friese woorden, waarbij skoander ‘uitmuntend, voortreffelijk’ betekent, skoft ‘pauze’ betekent en skonk ‘been’ betekent. Skrieme en skroarjûn zijn andere voorbeelden: skrieme betekent ‘janken’ en skroarjûn betekent ‘schemeravond’. Smjirk, smûk en stjûne zijn andere Friese woorden, waarbij smjirk ‘deugniet, schurk, onbetrouwbaar persoon’ betekent, smûk betekent ‘beschut, luw; gezellig, knus’ en stjûne betekent ‘steven’.
Een ander typisch Fries woord is swiet, dat ‘zoet’ betekent. Swiid, swingrein en T zijn andere voorbeelden: swiid betekent ‘prachtig, luisterrijk, groots, indrukwekkend’, swingrein betekent ‘lichte regenvlaag, regenbuitje’ en T is het eerste letter van de Fries taal. Temûk, tei en tiis zijn andere voorbeelden van Friese woorden, waarbij temûk ‘heimelijk, stiekem’ betekent, tei ‘dooi’ betekent en tiis ‘verwarde massa; klit, knoop’ betekent. Tins en tjirgje zijn andere typische Friese woorden, waarbij tins ‘gedachte, idee’ betekent en tjirgje ‘zich buitensporig of opgewonden gedragen, zich aanstellen’ betekent.
Tjûverich, toar en tonger zijn nóg enkele Friese voorbeelden: tjûverich betekent ‘niet lekker, misselijk, ziekelijk; kieskeurig met eten’, toar betekent ‘dor, uitgedroogd’ en tonger betekent ‘donder’. Tosk, touwer en triuwe zijn andere Friese woorden, waarbij tosk ‘tand’ betekent, touwer betekent ‘onweer, stormwind; donder’ en triuwe betekent ‘duwen’. Tsiis en tsjeak zijn andere typische Friese woorden, waarbij tsiis ‘kaas’ betekent en tsjeak ‘kaak’ betekent. Tsjil, tsjildich en tsjinje zijn andere voorbeelden: tsjil betekent ‘wiel, rad’, tsjildich betekent ‘vriendelijk, behulpzaam; kalm’ en tsjinje betekent ‘dienen’.
Tsjjoed en tsjok zijn andere Friese woorden, waarbij tsjjoed ‘slecht, verkeerd, kwaad (in moreel opzicht)’ betekent en tsjok betekent ‘dik’. Tsjoender en tsjok zijn andere voorbeelden, waarbij tsjoender ‘tovenaar’ betekent en tsjuster ‘duister’ betekent. Tûk en tútsje zijn andere typische Friese woorden, waarbij tûk ‘bekwaam, vaardig; schrander, slim; nauwkeurig’ betekent en tútsje ‘kussen, zoenen’ betekent. Twirrewyn en tyngje zijn andere voorbeelden: twirrewyn betekent ‘dwarrel- of wervelwind’ en tyngje betekent ‘melden, laten weten’. Tyspelje en ûn zijn andere Friese woorden, waarbij tyspelje ‘druk, onrustig heen en weer bewegen’ betekent en ûn ‘oven’ betekent.
Ûngrûn en W zijn nóg enkele voorbeelden: ûngrûn betekent ‘afgrond; grenzeloze diepte of ruimte’ en W is het laatste letter van de Fries taal. Wiet, wikel en wjirm zijn andere Friese woorden, waarbij wiet ‘nat’ betekent, wikel ‘valk’ betekent en wjirm ‘worm’ betekent. Wjuk en wrame zijn andere typische Friese woorden, waarbij wjuk ‘vleugel’ betekent en wrame ‘zwoegen, hard werken; worstelen’ betekent. Wroechwjirm en wurch zijn andere voorbeelden: wroechwjirm betekent ‘wroeging, knagend geweten’ en wurch betekent ‘moe, vermoeid’.

Quinn Kalloe
2025-08-04 23:41:55
Count answers
: 11
Ark is een gereedschap.
Bjirk is een berk.
Bylke is een parachute.
Dize betekent blaffen.
Donder del doekje betekent doen.
Dwaan betekent iets doen.
Earrebarre is een ooievaar.
Fergees betekent gratis.
Gauris is dikwijls.
Gnyskje is een vorm van lachen.
Grutsk is trots.
Harkje betekent luisteren.
Hokker is plotseling.
Hommels is een sleutel.
Kaai is vol onkruid.
Kjittich is een sprookje.
Mearke is nooit.
Nea is een portemonnee.
Njonken is naast.
Nuver is vreemd.
Ponge betekent doen alsof.
Sabeare betekent bellen.
Skilje is de zon.
Sinne is slepen of dragen.
Tôgje is een zoen.
Tútsje is een dwarrelwind.
Twirrewyn is een valk.
Wikel is een worm.
Wjirm is een vleugel.
Lees ook
- Wat zijn typisch Friese dingen?
- Wat is typisch Friese cultuur?
- Waar staan Friezen om bekend?
- Wat zijn de drie belangrijkste soorten tradities?
- Wat is een typisch Fries karakter?
- Wat is typisch voor Fries?
- Wat zijn de vier belangrijkste tradities?
- Wat voor tradities zijn er?
- Wat zijn de kenmerken van Friezen?