De Friese cultuur wordt onder andere gekenmerkt door het vrijheidsideaal, dat tot uitdrukking wordt gebracht in de leus 'Frysk en frij'.
De Friezen worden traditioneel beschouwd als een vrijheidslievend volk.
Zo prezen vele jaren later de beroemde Duitse dichters Goethe en Heine nog altijd de vrijheidszin van de Friezen.
Het idee dat de Friezen meer vrijheidslievend waren dan anderen, ontstond omdat de politieke structuur in Friesland in de tijd van de Friese vrijheid aanzienlijk afweek van het gangbare patroon in andere gebieden.
Daarbij werd het gezag van de graven en keizers in Friesland verdampt en ontstonden 'landsgemeenten' van adellijke en niet-adellijke grondbezitters, die een zwakke vorm van gezag uitoefenden.
Ook de aanwezigheid van 'hoofdelingen' met privé-legers en de strijd tussen verschillende groepen, zoals de Schieringers en de Vetkopers, droeg bij aan de unieke cultuur en geschiedenis van Friesland.
Deze strijd en het vetewezen, dat in Friesland langer voortduurde dan in omliggende landen, machen deel uit van de Friese cultuur en verleden.