:

Wat gebeurde er in 1531?

Rick Perrono
Rick Perrono
2025-08-17 17:19:29
Count answers : 34
0
Het eerste Eeuwig Edict is een in 1531 onder keizer Karel V en zijn zuster regentes Maria van Hongarije opgestelde regeling die gold voor al de Habsburgse Nederlanden. Het vormde het uitgangspunt voor de gemeenschappelijke wetgeving van de gewesten. Met de eenmaking van hun recht werd in samenhang met de door Karel persoonlijk opgerichte drie ‘bestuursraden’ die de regentes bijstonden een innig verband onder de gewesten beoogd. Het betekende nogmaals twee stappen voorwaarts op weg naar het door Filips de Schone hersteld monarchaal stelsel.
Noa Paillet
Noa Paillet
2025-08-06 17:28:02
Count answers : 30
0
In 1531 besloot hij daarom het bestuur in zijn rijk te reorganiseren. Hij benoemde plaatsvervangers in alle bestuurlijke gebieden, waar nog geen plaatsvervanger aanwezig was, met de titel landvoogd(es). Deze plaatsvervangers moesten namens Karel regeren. Daarnaast richtte hij in sommige gebieden bestuurlijke organen op, die Karel of zijn plaatsvervanger van bestuurlijke, politieke en economische informatie en advies moesten voorzien. Deze reorganisatie stelde Karel in staat vanuit één punt te regeren en maakte het rondreizen door zijn rijk grotendeels overbodig. Dit werd ook wel centralisatie genoemd.

Lees ook

Wat was de ergste rechtszaak in de geschiedenis?

De MH17-rechtszaak was een van de meest aandacht trekkende rechtszaken in de geschiedenis. Op 17 jul Lees meer

Hoe is de rechtbank ontstaan?

Na 1811, tijdens de Franse overheersing, werd bij een reorganisatie van de rechterlijke macht onder Lees meer

Selina Soekhoe
Selina Soekhoe
2025-08-06 12:36:57
Count answers : 31
0
Op 1 oktober 1531 stelde keizer Karel V de Raad van State in als 'adviescollege met betrekking tot de grote en belangrijke materies, alsmede die welke de staat, het algemene regeringsbeleid, de vrede, veiligheid en de verdediging der Nederlanden betreffen'. De Raad van State bestond niet alleen in Nederland, maar ook in België en Luxemburg. Al sinds de Middeleeuwen was het de traditie dat de hoge adel de vorst met raad en daad bijstond. De Oorspronkelijke Raad van State bestond dan ook uit twaalf hoge edelen. Aan het hoofd van de Raad stond de landsheer en bij diens afwezigheid de landvoogd(es). De eerste voorzitter van de Raad van State was Jan II Carondelet. Zeker in de eerste periode waren er altijd minstens twee vertegenwoordigers van de geestelijkheid in de Raad vertegenwoordigd. Lid van de Raad van State bleef men bij de gratie van de vorst. Wanneer de landsheer overleed en een nieuwe koning aantrad, werd ook het lidmaatschap opnieuw herzien.