:

Hoe vervuilend is de landbouw?

Livia Vermeulen
Livia Vermeulen
2025-05-30 15:34:19
Count answers: 4
Landbouwactiviteiten dragen bij aan de verontreiniging van lucht, bodem en water. Luchtvervuiling wordt veroorzaakt door bijvoorbeeld het stoken van aardgas in de tuinbouwkassen of door de uitstoot van landbouwmachines, maar ook door het verdampen van ammoniak uit de mest die boeren uitrijden. De bodem wordt aangetast door diezelfde mest en door restanten van gewasbestrijdingsmiddelen. Bovendien kunnen bepaalde vervuilende stoffen uit de mest en bestrijdingsmiddelen ook in het (grond)water terechtkomen. Fosfaat belandt op landbouwgrond als onderdeel van uitscheiding van dierlijke mest. In 2018 werd 162,0 miljoen kilogram fosfaten uitgescheiden door de landbouwsector, 7 miljoen kilo minder dan in 2017 en bijna 14 miljoen kilo minder dan in 2008. Binnen de landbouw is de rundveesector verantwoordelijk voor meer dan de helft van de fosfaatuitscheiding. Stikstofuitscheiding door de landbouw bedroeg in 2018 503,5 miljoen kilo. Dit is 8,5 miljoen kilo minder dan een jaar eerder maar 12,2 miljoen kilo meer dan in 2008. Ook voor stikstof is de rundveesector de grootste uitscheider. Bijna 15 procent van de totale broeikasgasuitstoot door de Nederlandse economie kwam in 2018 voor rekening van de primaire landbouw. Binnen de landbouw is de tuinbouw verantwoordelijk voor ruim een derde hiervan; dit is voornamelijk CO2 dat vrijkomt door het stoken van aardgas in warmtekrachtkoppelinginstallaties om kassen te verwarmen en elektriciteit op te wekken.
Joris Meyer
Joris Meyer
2025-05-30 12:31:33
Count answers: 8
Een ingewikkelde uitdaging, daar een deel van de uitstoot van broeikasgas niet te vermijden is: koeien produceren methaan en uit kunstmest komt lachgas vrij, beide broeikasgassen. Anderzijds legt de sector ook CO2 vast: in de bomen, de bodem en het gras. Dat draagt weer bij aan de reductiedoelstelling. De veehouderij is een belangrijke sector voor de klimaataanpak. Aanpassing van het waterpeil in de veenweidegebieden leidt tot verlaging van de uitstoot van broeikasgassen. Ook komt er geld om de uitstoot van emissies rondom Natura 2000-gebieden te verlagen en de natuur in deze gebieden te versterken. Extra aanleg van bomen en bos leidt tot meer koolstofopslag. En minimale grondbewerking en gebruik van lichtere machines leidt tot reductie van CO2-uitstoot.
Jelle van de Kooij
Jelle van de Kooij
2025-05-30 11:07:58
Count answers: 5
De wijze waarop veel veehouders de mest en urine opvangen in de stal en deze drijfmest vervolgens opslaan en op het land brengen, is erg vervuilend voor het milieu. Bij het uitrijden van de drijfmest wordt de stikstof niet goed door het gewas opgenomen. Daardoor spoelen de stoffen uit de drijfmest uit naar de sloten en diepere grondlagen en komen ze in de lucht terecht. Het huidige gebruik van kunstmest is niet langer houdbaar, omdat de productie en het gebruik van kunstmest zeer veel CO2-uitstoot veroorzaken. Ook verstoort kunstmest de natuurlijke processen in de bodem en wordt er geen humus opgebouwd, wat desastreus is voor het bodemleven. De landbouw moet de CO2-uitstoot met 3,5 megaton omlaag brengen. Bovendien is de hoge stikstofuitstoot, met name in de landbouw, een actueel probleem. De hoeveelheid stikstofoxiden en ammoniak in de lucht wordt de stikstof-concentratie genoemd en komt vooral door de uitstoot van industrie en verkeer, maar ook door de landbouw. Ammoniak komt met name van dieren in de veeteelt. Om de stikstofproblematiek goed te begrijpen, zijn drie termen belangrijk: concentratie, emissie en depositie. Ammoniak komt vooral uit de landbouw, maar ook het verkeer en mensen produceren ammoniak. De stikstofoxiden en ammoniak in de lucht komen uiteindelijk weer op de grond terecht, wat stikstofdepositie heet. De veel te hoge neerslag van stikstof en ammoniak leidt tot verzuring en vermesting van de bodem. Verzuring leidt tot de uitspoeling van belangrijke mineralen, waaronder kalk, wat een negatief effect heeft op planten en dieren. Vermesting leidt tot het wegdrukken van veel plantensoorten door die enkele soorten die wel goed gedijen bij een hoog stikstofgehalte, wat desastreus is voor de biodiversiteit.