Wat zijn de richtlijnen voor tijdelijke verkeersmaatregelen?

De beoordelingsrichtlijn voor verkeersmaatregelen 9101 (BRL 9101) is een richtlijn voor opdrachtnemers die verkeersmaatregelen toepassen. Opdrachtnemers moeten zijn gecertificeerd op basis van de BRL 9101. De BRL 9101 is beschikbaar op de website van de stichting Infra Kwaliteit. Er zijn geen specifieke richtlijnen genoemd in de tekst voor tijdelijke verkeersmaatregelen, maar 9101 kan mogelijk worden toegepast op alle soorten verkeersmaatregelen.

Het VCP toetst uw aanmelding op een aantal aspecten: Verkeersmaatregelen conform CROW 96 a/b Richtlijn verkeersmaatregelen PNH Conflicterende werkzaamheden/evenementen in de regio Verkeersveiligheid Doorstroming van het verkeer Bereikbaarheid omgeving De provincia streeft ernaar om het verkeer zo vlot en veilig mogelijk door Noord-Holland te laten rijden. Verkeershinder dient dan ook zoveel mogelijk gepland te worden op momenten dat de impact het geringst is. Alleen in uitzonderingsgevallen kan hiervan, na overleg met het VCP, worden afgeweken. Nadere informatie vindt u in de ‘Richtlijn Verkeersmaatregelen PNH’.

Gebruik alleen letterlijke zinnen uit de tekst, zonder iets aan te passen, toe te voegen of te interpreteren. Er zijn dan bijna altijd tijdelijke verkeersmaatregelen nodig, zoals bij afsluitingen van rijbanen of (vaar)wegen en omleidingen. Tijdelijke verkeersmaatregelen wordt door de branche ook wel afgekort als TVM. Tijdelijke verkeersmaatregelen wegen Wil je een aanvraag indienen, ga dan naar het Verkeersloket Wegen. Tijdelijke verkeersmaatregelen vaarwegen Wil je een aanvraag indienen, ga dan naar het Verkeersloket Vaarwegen.

De richtlijnen voor tijdelijke verkeersmaatregelen zijn vastgesteld in de Regeling Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV1990) en het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW). Hierbij moet in ieder geval voldaan worden aan de volgende eisen: Uniformiteit: Tijdelijke verkeersborden moeten voldoen aan de voorschriften en standaarden die zijn vastgesteld in de RVV 1990. Denk hierbij aan de vorm, de kleur, de afmeting en de symbolen die gebruikt worden. Opschrift: Het bord moet duidelijk en leesbaar zijn en de tekst “wegsleepregeling” dient goed zichtbaar te zijn voor weggebruikers. Verkeerssymbool: Het symbool dat de wegsleepregeling aanduidt, bestaat uit een wegsleepauto met een sleepkabel. Dit symbool maakt de wegesleepregeling duidelijk voor de weggebruikers. Reflectie: Tijdelijke verkeersborden dienen voldoende retro reflecterend te zijn. Dat betekent dat ze ’s nachts en bij slecht weer reflecteren wanneer er licht op schijnt. Plaatsing: De plaatsing van het bord moet conform de geldende voorschriften en richtlijnen zijn. Op een zichtbare locatie en op een hoogte en afstand die zorgen dat automobilisten het bord kunnen zien en herkennen. Duur : in de wetgeving is geen termijn gesteld waar het gaat om het plaatsen van de bebording voor tijdelijke parkeerverboden. Bestuurders moeten zich ervan hebben kunnen vergewissen dat het verbod wordt ingesteld en moeten daarom tijdig op de hoogte worden gesteld van de tijdelijke verkeersmaatregel, wat tijdig is hangt af van de omstandigheden waar de maatregel van kracht is. Dit zou in principe 72 uur kunnen zijn, maar wij hanteren en adviseren de bebording 10-14 dagen van tevoren te plaatsen. Dit uitgezonderd dringende omstandigheden. Per gemeente worden in praktijk verschillende termijnen gehanteerd voor het plaatsen van de bebording om uiteenlopende redenen. Het nemen van tijdelijke verkeersmaatregelen, waaronder de wegsleepregeling, moeten worden ondersteund door een geldig verkeersbesluit. Deze stap wordt door organisatoren en gemeenten vaak niet genomen. Hierdoor wordt niet voldaan aan de regels en kan dit leiden tot juridische trajecten en het ongeldig verklaren van de wegsleepregeling, waarbij gemeente en/of organisatoren van evenementen opdraaien voor de wegsleepkosten. Tijdelijke verkeersmaatregelen bij evenementen dienen dus nauwkeurig gepland en gecoördineerd worden waarbij de organisator samenwerkt met de gemeente, hulpdiensten en andere belanghebbenden. Doelstelling moet altijd zijn om de veiligheid van bezoekers en omwonende te waarborgen, doorstroming te garanderen en overlast tot een minimum te beperken, waarbij altijd gekeken dient te worden hoe deze tijdelijke verkeersmaatregelen officieel uitgevoerd dienen te worden.

Onze richtlijnen zijn overzichtelijk ingedeeld, zodat ze gemakkelijk in de praktijk kunnen worden toegepast. Ze bieden een gestructureerde aanpak voor het plaatsen van tijdelijke verkeersmaatregelen, waarbij rollen en verantwoordelijkheden duidelijk zijn vastgelegd. Ook is er aandacht voor de gebruikte materialen en het materieel, zodat alle componenten van de tijdelijke verkeersmaatregelen aan de hoogste veiligheidsnormen voldoen. Ze zorgen voor een efficiënte en veilige uitvoering van wegwerkzaamheden, met aandacht voor zowel de veiligheid van weggebruikers en wegwerkers als de doorstroming van het verkeer.