Hetdepartementaal bestuur vestigde zich definitief in Zwolle. Eerst betrok dit bestuur panden aan de Blijmarkt en de Koestraat en vanaf 1803 een voornaam woonhuis in de Diezerstraat,
op de plek waar nu de centrale bibliotheek van Zwolle is gevestigd. Door de aankoop van ernaast liggende panden werd het complex steeds verder uitgebreid.
De vergaderingen vonden later plaats in de Statenzaal, gebouwd en ingericht in 1898 in neo-gotische stijl.
De zetel van het provinciaal bestuur is sinds 1972 gevestigd aan de Luttenbergstraat.
Zwolle maakte weliswaar deel uit van het bondgenootschap van de drie steden, dat samen met de ridderschap de dienst uitmaakte in de provincie, maar was toch lange tijd de mindere van Deventer en Kampen geweest.
Het eerste bondgenootschap tussen Deventer, Kampen en Zwolle dateert uit 1317.
Vanaf de 14de eeuw was er een min of meer vaste volgorde in de macht van de drie steden.
In 1795 telde Zwolle 12.220 inwoners, Deventer 8.287 en Kampen 6.214.
In 1798 werd het regionale bestuur naar Frans model opgezet.
De verkiezing van Zwolle als hoofdstad toont echter ook de gewijzigde verhoudingen tussen de drie steden aan:
De verdeling van de macht tussen de drie steden begon te verschuiven gedurende de 15de en 16de eeuw.
De belangrijke rol van de IJssel voor het scheepvaartverkeer werd overgenomen door de veel bredere en diepere Rijn.
De koerswijziging was meteen te merken.
Het Uitvoerend Bewind in Den Haag maakte duidelijk dat de gewestelijke en plaatselijke besturen "blotelijk administratieve lichamen" waren.