Wie heeft er voorrang bij een brug?

Kyan de Groot
2025-07-05 02:01:48
Count answers: 10
Onthoud: beroepsvaart heeft altijd voorrang op pleziervaart. De beroepsvaart heeft hierbij altijd voorrang, sluit daarom rustig achteraan.

Azra Chrodtrud
2025-07-05 01:30:22
Count answers: 14
Bij bruggen worden lichten gebruikt om aan te geven of, en zo ja hoe, je mag doorvaren, en welke voorrangsregels gelden.
Lichten geven aan of, en zo ja hoe, je mag doorvaren, en welke voorrangsregels gelden.
Bij sluizen waar de beroeps- en recreatievaart samenkomen, vaart beroepsvaart het eerste de sluis in, tenzij de sluismeester anders aangeeft.
Voor recreatievaart geldt hier: wacht met invaren totdat de beroepsvaart de trossen vast en schroeven uit heeft.
Schepen moeten de sluis invaren in volgorde van aankomst. Dat geldt ook voor het afmeren op de wachtplaats.

Timo Suijker
2025-07-05 01:15:25
Count answers: 7
Een klein schip (tot 20 meter) verleent in de meeste gevallen voorrang aan een groot schip (langer dan 20 meter).
Veerponten, passagiersschepen, sleep- en duwboten en vissersschepen die in bedrijf zijn, hebben de rechten van ‘groot’.
Een schip dat het hoofdvaarwater op wil varen, moet voorrang verlenen aan een schip dat in de betonde vaargeul aan stuurboordzijde van het hoofdvaarwater vaart.
Het bord B.9 betekent dat schepen op het hoofdvaarwater altijd voorrang hebben.

Jort Vermeulen
2025-07-04 22:30:36
Count answers: 11
Stroomafwaarts heeft voorrang, dat betekent dus dat boten die van de Voorplas komen voorrang hebben. Kom je van de Achterplas, kijk dus goed of er geen boot aankomt van de Voorplas. Ben je bijna bij de brug en komt er dan een boot van de Voorplas, dan wacht deze boot tot jij de brug onderdoor bent. Geef elkaar de ruimte.

Amélie van de Brink
2025-07-04 22:24:26
Count answers: 15
Bij een brug geldt het algemene principe dat kleine schepen (tot 20 meter lengte) altijd voorrang verlenen aan grote schepen (langer dan 20 meter), tenzij anders aangegeven door specifieke verkeersregels of door de brugbeheerder. Er zijn enkele uitzonderingen en specifieke situaties die in acht genomen moeten worden:
- Wanneer een klein schip en een groot schip elkaar kruisen en geen van beide aan de stuurboordzijde van het hoofdvaarwater vaart, moet het kleinere schip voorrang verlenen aan het grotere schip.
Voor een klein zeilschip met het zeil over bakboord heeft voorrang op een klein zeilschip met het zeil over stuurboord. Als ze met het zeil over dezelfde boeg varen, dan wijkt loef voor lij, ofwel, het schip dat het hoogst aan de wind vaart, heeft voorrang.
Bij het naderen van een brug is het ook belangrijk om rekening te houden met golfslag en deze te voorkomen op wachtplaatsen voor de brug.