De broers Jacob Ludwig Karl en Wilhelm Karl Grimm zijn twee Duitse taalkundigen die door het verzamelen van tot dan toe voornamelijk mondeling overgeleverde volksvertellingen en sprookjes, gepubliceerd in de bundel Kinder- und Hausmärchen, tot de belangrijkste sprookjesverzamelaars ter wereld zijn gaan behoren.
De Kinder- und Hausmärchen van Grimm zijn in 2005 opgenomen in het Unesco Memory of the World Register.
In het Sprookjesbos zijn de volgende sprookjes van Grimm te vinden:
Doornroosje
De Zes Dienaren
Roodkapje
Raponsje
De Wolf en de Zeven Geitjes
Hans en Grietje
Vrouw Holle
Tafeltje Dek Je, Ezeltje Strek Je
Sneeuwwitje
De Zes Zwanen
Assepoester
Kikkerkoning
Repelsteeltje
Hierbij moet wel aangetekend worden dat voor Doornroosje, Roodkapje en Assepoester geldt dat ze al eerder waren opgetekend door Charles Perrault.
De Efteling volgt hierbij grotendeels de Grimmversie, wellicht mede gebaseerd op het feit dat Anton Pieck al eerder De Sprookjes van Grimm had geïllustreerd.
Niettemin worden er soms ook Perraultelementen ingemengd, zoals het glazen muiltje van Assepoester.
Met deze dertien sprookjes zijn de Gebroeders Grimm de best vertegenwoordigde uitgever-auteurs van sprookjes in het Sprookjesbos.
Uitbeelding
De Gouden Gans
Buiten het bos is op het Anton Pieckplein nog een verwijzing te vinden naar de Bremer Stadsmuzikanten en De Gouden Gans (Zwaan Kleef Aan).
Je vindt hier ook de Ganzenhoedster, aanvankelijk aan een verhaal van Bob Venmans gekoppeld, maar sinds het boek Sprookjes van de Efteling uit 1974 gekoppeld aan 'De Ganzenhoedster' van Grimm.
Tot 2003 had de Game Gallery een spel naar Het Dappere Snijdertje.
Grimmbeeld
De gebroeders worden in de Efteling geëerd met een standbeeld, het Grimmbeeld, in de Siertuin.
Het werd in 2013 onthuld naar aanleiding van het tweede eeuwfeest van Kinder- und Hausmärchen.
Een eerste bundeltje met een aantal sprookjes van Grimm verscheen in Nederland al in 1820: Sprookjes-boek voor kinderen, dat 20 sprookjes bevatte.
Hoewel dit geen succes was, groeide in de 19e eeuw ook in Nederland de populariteit van de sprookjes van Grimm.
Er volgden dus meer uitgaven; heel bekend en vaak herdrukt is de vertaling van Onno Vere en Christine Doorman uit 1917, met 27 mooie kleurenplaten van Rie Cramer.
Een volledige Nederlandse uitgave kwam er pas in 1942: De sprookjes van Grimm, vertaald door M.M. de Vries-Vogel en met veel zwart-wit illustraties en vijf kleurenplaten van Anton Pieck.
Deze uitgave, 'de Grimm van Pieck', was de basis voor de ontwerpen die Pieck heeft gemaakt voor het Sprookjesbos van De Efteling.
In 1974 volgde een vertaling bij Lemniscaat: Grimm, Sprookjes voor kind en gezin.
De vertaling was in handen van een sprookjes-studiegroep, het boek was geïllustreerd met zwart-wit illustraties van een grote groep tekenaars.
Bij de 4e druk in 1979 van deze 'Grimm van Lemniscaat' kwamen er kleurenplaten bij, onder andere van Lidia Postma.
In 2005 gaf Lemniscaat een nieuwe vertaling uit: Grimm.
De vertaling was van Ria van Hengel en de illustraties, allemaal in kleur, waren van Charlotte Dematons.
Het boek werd in 2006 bekroond met zowel een zilveren griffel voor de vertaling als een zilveren penseel voor de illustraties.
Deze 'Grimm van Dematons' werd ook, met veel succes, in Duitsland uitgegeven.
De drie volledige Nederlandse uitgaven zijn alle gebaseerd op de 7e druk uit 1857.
Van de Kleine Ausgabe is in 2012 een Friese vertaling verschenen: Mearkes fan Grimm, in 2016 volgde een vertaling in het Gronings: de Grunneger Grimm.
Nederlandse Grimm-uitgaven
Grimm van Pieck
Grimm van Lemniscaat
Grimm van Dematons
Zie ook
Hans Christian Andersen
Charles Perrault