ProRail wijst drie belangrijke oorzaken aan voor de achterblijvende prestaties: de tijdelijke snelheidsbeperkingen op het spoor, het tekort aan materieel en personeel bij NS, en het gebrek aan bufferruimte in de dienstregeling. Daarnaast waren incidenten van invloed op de dienstregeling, zoals aanrijdingen, loslopende dieren en weersinvloeden. Tijdelijke snelheidsbeperkingen worden opgelegd als er een gecompliceerd defect is aan het spoor. Zo geldt bij het viaduct bij Rijpwetering op het hsl-traject tot zeker eind 2025 een snelheidsbeperking omdat er scheurtjes zijn ontdekt in het viaduct. Treinen mogen er nu maximaal 80 in plaats van 300 kilometer per uur.
Ook dit jaar worden de normen voor treinen op het normale spoor vooralsnog niet gehaald. Waar het doel is dat maximaal 8,5 procent van de treinen met meer dan 5 minuten vertraging mag vertrekken, is dat nu gemiddeld 11 procent. In november vorig jaar vertrok zelfs 18 procent van de treinen met meer dan 5 minuten vertraging, dat komt neer op bijna één op de vijf treinen.
"Wie de cijfers ziet, kan denken dat het meevalt", schreven NS en ProRail al in februari aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. "In 2023 was bijna 90 procent van de reizigers op tijd op de bestemming. Maar we beseffen: achter de gemiddelden schuilen de individuele reiservaringen van dagelijks meer dan een miljoen reizigers. Reizigers mogen meer van ons verwachten."