Typisch Friese producten zijn suikerbrood, turf gerookte droge worst, Beerenburg en oranjekoek.
De naam van de oranjekoek is niet zozeer gebaseerd op het uiterlijk maar op de gekonfijte sinaasappelsnippers die erin verwerkt zijn.
En laten we vooral niet de Friese Nagelkaas vergeten, die verkocht wordt bij de Johanna-Hoeve en Tsiis en Sa.
Aan de kaas is kruidnagel en komijn toegevoegd, waardoor het een smaakvol beleg is op je boterham of een heerlijke aanvulling voor een kaasplankje.
Friese specialiteiten zijn het volkorenbrood Menno's Bôle van het oergraan Turkey Red Wheat uit Witmarsum en de oranjekoek van speltmeel.
En het onvolprezen suikerbrood.
Natuurlijk kennen we Friesland ook van de aardappel.
Want welke provincie heeft het voor elkaar gekregen om een heus aardappelras naar zich te laten vernoemen?
De Frieslander is een vastkokende robuuste aardappel met een gladde gele schil en kruimige structuur.
Door liefhebbers gezien als de meest ideale aardappel vanwege de veelzijdigheid en het gebruiksgemak.
Geschikt voor koken, bakken, frituren, poffen etc.
Verkrijgbaar van juni tot januari bij o.a. Hogenhout in Kimswerd.
De provincie kent momenteel nog zo'n 150-tal windmolens.
Twee eeuwen geleden waren dit er ruim 2400.
Gelukkig vallen de meeste molens onder Monumentenzorg, dus zullen ze hopelijk zo lang mogelijk in stand gehouden worden.
Alle molens hebben een naam.
Zo kennen we in Friesland heel wat molens met dierennamen: de Olifant, de Reiger, de Hond, de Rat, de Gans en de Kievit.
In het dorpje Witmarsum staat langs de Elfstedenroute een koren- en pelmolen met de stoere naam “De Onderneming”.
In deze molen uit 1850 maalt Mevrouw de Molenaar Christa lokaal gekochte spelt en tarwe om er in samenwerking met bakker Jippe de heerlijkste Friese broden van te maken.
De herkomst van verse Friese melk
Friesland heeft veel te danken aan de koe.
Rond 3400 v. Chr. waren de eerste vaste bewoners van deze streek namelijk melkveehouders.
Deze mensen, ook wel het Trechterbekervolk genoemd, settelden zich en bedreven op grote schaal landbouw en veeteelt.
Je zou denken dat zwarte-witte koeien typisch Nederlands zijn.
Maar van oorsprong waren de koeien in Nederland roodbont van kleur en afkomstig van het tegenwoordig zeldzame ras Roodbont Fries Vee.
Door de veepest in 1750 verdween driekwart van de Roodbonte veestapel en haalde men zwart-witte koeien uit de regio Holstein in Duitsland en Denemarken.
Dit Holsteiner ras heeft een goede melkproductie en kreeg de overhand in Nederlandse weilanden en stallen.
Voor verse biologische melk uit Friesland kun je terecht bij Melktap Drachten en Melktap Hylkema.
Het Fries is geen dialect, maar sinds 1956 een officiële taal die zijn oorsprong vindt in de vroege Middeleeuwen.
In een groot deel van het kustgebied van Vlaanderen tot aan Denemarken werd Oud-Fries gesproken.
Beiden begonnen als een Germaans dialect, hebben Oud-Fries en Oud-Engels overeenkomsten, maar dit is in de loop der eeuwen verwaterd.
Slechts enkele woorden of uitspraken herinneren aan dezelfde herkomst.
Ook al is het Fries een taal, dat wil niet zeggen dat er geen Friese dialecten zijn.
Grofweg kennen we de volgende dialecten: Noord-Fries, Saterfries en Westerlauwers Fries.
Maar ook binnen deze dialecten kunnen er van dorp tot dorp verschillen zijn in uitspraak en woordbetekenis.
Want dat is Friesland.
Als je het Friese deel van de Waddenzee meetelt, dan heeft Friesland een totaaloppervlak van 5.748,74 km2.
Met zo'n 200 inwoners per km2 is Friesland ná Drenthe onze dunst bevolkte provincie.