Hoe werken rotondes?

Rijden over een rotonde, dat kan iedereen leren. Verkeer van rechts heeft voorrang, tenzij borden en tekens iets anders aangeven. Navigeer een rotonde bij voorkeur in een lagere versnelling met een gematigde snelheid. Bij turborotondes kan de snelheid wat hoger liggen. Op een rotonde met een zebrapad heeft de voetganger altijd voorrang. Anders hangt het af van de bestuurder of de voetganger de rotonde op- of afloopt. Op een fietsstrook binnen de rotonde gelden dezelfde voorrangsregels als voor andere voertuigen. Een fietspad naast de rotonde heeft voorrang op afslaand verkeer als het binnen acht meter van de rotonde ligt. Trams hebben altijd voorrang op een rotonde, behalve als borden of verkeerslichten anders aangeven. Een tram die de rotonde verlaat, heeft voorrang op het blijvende verkeer. Bij onze Rijschool Den Haag leren we je alle kneepjes als het gaat over het rijden over een rotonde. Wij snappen dat de eerste keer over een rotonde best wel spannend kan zijn, daarom starten we op rustige momenten. Heb je het rijden over een rotonde onder de knie? Dan gaan we over op de wat drukkere tijdstippen, zodat jij zelfverzekerd over de rotonde kan rijden op het moment dat jij opgaat voor jouw praktijkexamen.

Als je een rotonde nadert, let dan goed op de borden en de tekens op de weg: Zijn er geen verkeersborden of verkeerstekens die de voorrang regelen? Dan geldt de voorrangsregel: ‘rechts gaat voor’. Je moet dan dus voorrang krijgen van de weggebruikers die op de rotonde rijden. Zijn er wel verkeersborden of verkeerstekens die de voorrang regelen? Dan moet jij voorrang geven aan alle weggebruikers die op de rotonde rijden. Richting aangeven en verlaten van de rotonde: Als je de rotonde op rijdt, hoef je geen richting aan te geven. Verlaat je de rotonde? Dan moet je wel richting aangeven, want jij gaat naar rechts. Bij het verlaten van de rotonde geef je voorrang aan fietsers die nog op de rotonde rijden. In Nederland kennen we verschillende soorten rotondes die allemaal eigen verkeerssituaties en verkeersregels met zich meebrengen: De meest voorkomende rotonde in Nederland is de voorrangsrotonde. Bij deze rotonde verleen je, als jij de rotonde oprijdt, voorrang aan het verkeer dat al op de rotonde rijdt. Een meerstrooksrotonde is een rotonde met twee of zelfs drie rijstroken. Bij deze rotonde zijn geen voorsorteerstroken aanwezig. Bij drukke rotondes zijn er vaak meer rijstroken om een betere doorstroming te krijgen. De turborotonde is een meerstrooksrotonde waarbij wel voorsorteerstroken aanwezig zijn. Voordat je de rotonde oprijdt, moet je voorsorteren. Door het kiezen van de juiste oprit komt je automatisch bij de juiste afrit. Deze rotonde zorgt voor veel veiligheid en een goede doorstroming. De ovonde is een rotonde die meer dan vier aansluitende wegen bij elkaar komen. Daarom is de rotonde ovaal. Deze rotonde vind je vaak waar het niet mogelijk is twee rotondes dicht bij elkaar te plaatsen. Deze rotonde wordt vaak gecombineerd met een voorrangs- of een turborotonde. Als het wel mogelijk is twee rotondes vlak bij elkaar te leggen, wordt er vaak gebruik gemaakt van een hondenbot. Deze rotondes met een klein stukje weg ertussen worden ook wel bottondes genoemd. Hier worden twee driekwarts-rotondes met elkaar verbonden. Dit zorgt voor veiligere situaties op kruisingen, omdat het doorgaande verkeer wordt gedwongen af te remmen.

Rijd je naar een rotonde toe, let dan goed op borden en tekens op de weg. Geen verkeersborden of tekens, dan geldt: verkeer van rechts gaat voor. Je hebt dan voorrang als je de rotonde op wilt rijden. Wel verkeersborden of haaientanden, dan geldt meestal: verkeer dat al op de rotonde rijdt, heeft voorrang. Op een rotonde rijd je meestal 20 tot 30 km/u. Dit doe je in de tweede of derde versnelling. Zo kun je goed inschatten wat er gebeurt en rijd je veilig en rustig de rotonde over. Geef pas weer gas na het verlaten van de rotonde.

Een rotonde is in de wet niet vastgelegd als voorrangsweg. Dan geldt de regel dat verkeer dat van rechts komt, voorgaat. Dat wil zeggen dat verkeer dat de rotonde oprijdt voorrang heeft op verkeer wat al op de rotonde rijdt. Meestal is de voorrang op een rotonde geregeld door borden en verkeerstekens. In dat geval gaan verkeersborden en -tekens voor de regels. Een rotonde neem je bij voorkeur in een lagere versnelling, met een wat langzamere snelheid. Op die manier kun je de andere weggebruikers, de bewegwijzering, de verkeersborden en de voorrangssituatie goed inschatten en passeer je comfortabel de rotonde. Pas na het verlaten geef je weer gas bij. Bij een turborotonde kan de snelheid op de rotonde hoger liggen. Als je de rotonde verlaat, ben je verplicht richting aan te geven.

Een van de grootste misverstanden is wie er voorrang heeft. In Nederland hebben bestuurders op de rotonde meestal voorrang, maar dit geldt niet overal. Bij sommige rotondes geldt juist dat verkeer dat de rotonde op wil rijden, voorrang heeft. Dit staat aangegeven met verkeersborden en haaientanden.

Richting aangeven bij het verlaten van een rotonde is verplicht, en richting aangeven bij het oprijden van een rotonde is niet wettelijk verplicht, maar ook niet verboden. De reden om bij het oprijden richting aan te geven is dat het maakt automobilisten achter je en overig verkeer duidelijk wat jij van plan bent. Een rotonde is wettelijk gezien geen voorrangsweg, daarom geven borden, haaientanden en zebrapaden aan wie er voor mogen gaan. Het is belangrijk een gepaste snelheid aan te houden, zodat je de situatie goed kunt overzien. Je herkent een rotonde aan bord D01 of bord J09, en de regel 'rechtdoor op dezelfde weg gaat voor' ook geldt als de voorrang niet geregeld is. Het grote voordeel van rotondes is dat het verkeer beter doorstroomt. Let daarom - ongeacht je rol in het verkeer - goed op wie er voor mag gaan en of dat veilig kan.