1. Boerenhol: Stel, je woonde op een zandrug in Zeeland waar een aantal boeren zich had gevestigd ter bescherming tegen het zeewater.
Als iemand dan vroeg waar je vandaan kwam, kon je zeggen: ‘Op de boere’nol.’
‘Nol’ was een gangbaar woord voor een verhoging, zoals een zandheuvel, -rug of duin.
Dit werd Boerenhol, dat dus niets te maken heeft met achterwerken van agrariërs.
2. Rectum: Nee, het is niet de endeldarm van Twente.
Waarschijnlijk komt -um van ‘heem’, dat woonplaats betekent.
Het begin van de naam is een verbastering van de nabije rivier.
3. Poepershoek: De naam van deze plaats is een combinatie van 'afgelegen plaats' (hoek) en 'poeper'.
Dat laatste is een onaardige term voor Duitsers, afgeleid van het Duitse woord bube (jongen) of paap (katholiek).
Duitse mannen kwamen hier in de 18e eeuw waarschijnlijk naar toe als seizoensarbeiders.
4. Waspik: Behalve plaatsen met een anale connotatie zijn er ook dorpen en buurtschappen die aan genitaliën doen denken.
Maar Waspik in Noord-Brabant was niets anders dan een doorwaadbare plek in de moerassige omgeving: ‘spijk’ betekende ‘in water uitstekend stuk land’, en ‘wase’ was ‘slijk, slik, modder’.
5. Pikveld: Ook de ‘Pik’ uit het Drentse Pikveld slaat niet op het mannelijke geslachtsdeel, maar op de taaie veengrond daar (‘pikke’ of ‘pekke’).
6. Kuttingen: Ook de vrouwelijke variant mag niet ontbreken in dit lijstje.
Kuttingen (Limburg) heeft weer niets te doen met geslachtsdelen, maar was ooit de thuishaven van ene Cotto.
'Bij de lieden van de persoon Cotto’, betekent deze plaatsnaam volgens de Etymologiebank van taalkundige Nicoline van der Sijs.
7. Sexbierum: Van genitaliën is het een kleine stap naar de daad.
Kom er maar in, Sexbierum.
Vonden in dat Friese dorp vroeger met drank overgoten seksfeesten plaats?
Nee hoor.
Voor zover wij weten, komt het tweede deel van de naam van het Oudfriese bêre (‘schuur’ of ‘huis’), en verwijst ‘Sex’ hier vermoedelijk naar paus Sixtus II.
Sexbierum is dus Sixtus’ huizen.
8. Rukven: Nee, Rukven (Noord-Brabant) was geen verzamelplaats voor masturbeerders, maar lag bij een ruig ven (‘ruig’ was ruuch in het Middelnederlands).
9. Goor: Zelfs in het Twentse Goor is het schoon wonen: het betekent ‘moerassige bosgrond’.
Een klein inkijkje in hoe de stad er een paar eeuwen geleden uit moet hebben gezien.