:

Wat is een voorbeeld van een beschermd gebied?

Kayleigh van der Velden
Kayleigh van der Velden
2025-06-14 16:17:58
Count answers: 7
Nederland heeft 21 nationale parken. Nationale parken zijn aangewezen op basis van de Wet Natuurbescherming. Het gaat om 21 natuurgebieden die minimaal 1000 hectare groot zijn en die open zijn voor bezoekers. De duinen van de eilanden Texel en Schiermonnikoog zijn aangewezen als Nationaal Park.
Pippa Veenstra
Pippa Veenstra
2025-06-05 07:26:51
Count answers: 6
Iedere lidstaat moet volgens de Europese richtlijnen Speciale Beschermingszones (SBZ) afbakenen. Die gebieden zijn bedoeld om bijkomende kansen te geven aan habitats en soorten die van belang zijn voor de Europese biodiversiteit. Er zijn twee types: de Habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) en de Vogelrichtlijngebieden (SBZ-V). In Vlaanderen zijn in totaal 62 SBZ’s aangeduid, goed voor zo’n 12% van het Vlaams grondgebied. Alle SBZ samen vormen het Europese netwerk van beschermde gebieden: Natura 2000. Op Europees niveau is afgesproken dat de overheid ervoor moet zorgen dat die habitats en soorten duurzaam kunnen overleven. Dat wordt een ‘gunstige staat van instandhouding’ genoemd. Een voorbeeld van een Speciale Beschermingszone (SBZ) is de Afbeelding van SBZ of Natura 2000-gebied.
Mohamed Ismail
Mohamed Ismail
2025-05-28 06:25:34
Count answers: 10
Een voorbeeld van een beschermd habitattype van het Natura 2000-gebied Veluwe is ‘Stuifzandheiden met struikhei’. Diverse vlinders, vogels en reptielen zijn afhankelijk van dit habitattype. Een groot deel van de stuifzandheiden van Europa ligt in Nederland. De instandhoudingsdoelstelling is dat het oppervlak en de kwaliteit van dit habitattype toeneemt. Daarnaast is bijvoorbeeld de kamsalamander als habitatrichtlijnsoort aangewezen als doelsoort in de Veluwe. De kamsalamander is afhankelijk van poelen met een natuurlijk peilverloop en jonge verlandingsvegetatie. De instandhoudingsdoelstelling voor deze soort is dat de populatie gelijk blijft, maar ook dat het oppervlak van het leefgebied en de kwaliteit van het leefgebied gelijk blijft.