Is tijdelijke huur nog toegestaan?

Alleen in een aantal specifieke situaties mogen woningcorporaties en particuliere verhuurders tijdelijke huurcontracten aanbieden. U kunt alleen een tijdelijk huurcontract krijgen als u: student bent en tijdelijk voor uw studie in een andere gemeente huurt dan waar u woont; door werkzaamheden of renovatie van uw woning tijdelijk ergens anders woont; kunt aantonen dat u uit een maatschappelijke opvang komt of in een sociale noodsituatie zit; een 2e kans krijgt nadat een eerder huurcontract is beëindigd, bijvoorbeeld door overlast; tussen de 16 en 27 jaar bent en de huurovereenkomst overneemt van uw overleden ouder/verzorger die de woning huurde; gaat scheiden, aantoonbaar niet meer samenwoont met uw partner en tijdelijk een woning huurt om dicht bij uw kind(eren) te wonen; tijdelijk werkt op 1 van de Waddeneilanden, maar normaal in een gemeente op het vasteland woont; statushouder bent die direct uit een COA-opvanglocatie komt en wacht op definitieve huisvesting. Dit geldt zowel voor woningcorporaties als voor particuliere verhuurders. Tijdelijk huurcontracten hebben altijd een einddatum. Ze duren maximaal 2 jaar. Het huurcontract eindigt op de afgesproken einddatum en hoeft niet opgezegd te worden. Als huurder mag u wel tussentijds opzeggen. De verhuurder moet u binnen 1 tot 3 maanden voor de einddatum van uw huurcontract per brief laten weten dat het contract afloopt. Wordt het huurcontract verlengd, dan is het een vast huurcontract. Het contract wordt dan voor onbepaalde tijd. Vóór 1 juli 2024 mochten verhuurders wel tijdelijke huurcontracten aanbieden. Voor een zelfstandige woning gold een maximale huurperiode van 2 jaar. Voor een onzelfstandige woonruimte was dit maximaal 5 jaar. Een tijdelijk huurcontract afgesloten vóór 1 juli 2024 verandert niet. Heeft u op dit moment een tijdelijk huurcontract en wordt dat verlengd? Dan krijgt u een vast huurcontract, dus voor onbepaalde tijd.

Het huurcontract voor onbepaalde tijd wordt de norm. In bepaalde gevallen zijn uitzonderingen mogelijk. Voor specifieke groepen kan een huurcontract van bepaalde duur wel uitkomst bieden. Zij mogen sinds 1 juli 2024 een huurcontract voor maximaal 2 jaar krijgen. Overige bestaande huurcontracten van tijdelijke aard blijven ongewijzigd. Hierbij gaat het om een huurcontract via de Leegstandswet, tussenhuur en de diplomatenclausule, doelgroepcontracten, hospitaverhuur en een huurcontract ‘dat een gebruik betreft dat naar zijn aard van korte duur is’.

Met inwerkingtreding van die wet worden vaste huurcontracten weer de norm. Met uitzondering van een aantal specifieke doelgroepen is het na inwerkingtreding van de Wet vaste huurcontracten niet meer mogelijk om tijdelijke huurovereenkomsten te sluiten. Tijdelijke huurcontracten blijven mogelijk voor specifieke doelgroepen. Voor enkele specifieke doelgroepen blijven tijdelijke contracten wel nog mogelijk. Dat zijn: Huurders die voor studie tijdelijk in een andere gemeente binnen Nederland wonen of afkomstig zijn vanuit het buitenland en in Nederland studeren; Huurders die in verband met dringende werkzaamheden of renovatie van hun woning tijdelijk elders wonen; Urgent woningzoekenden; Huurders met wie de verhuurder een tweedekanscontract aangaat; Wezen en nabestaanden; Gescheiden ouders; Huurders die werken op de Waddeneilanden; Vergunninghouders (statushouders) die direct uit een COA-opvanglocatie komen en in afwachting zijn van definitieve huisvesting. Aan bovengenoemde doelgroepen kan een huurovereenkomst worden aangeboden voor maximaal 2 jaar. Uiterlijk één maand voor het aflopen van de huurovereenkomst moet de huurder daarover worden geïnformeerd. Gebeurt dat niet, dan is sprake van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Bent u verhuurder en valt uw huurder niet onder een van de genoemde doelgroepen dan heeft u nog tot aan de inwerkingtreding van de Wet vaste huurcontracten de mogelijkheid om een tijdelijk huurcontract te sluiten met uw huurder, zónder dat uw huurder recht heeft op huurbescherming. De nieuwe wet is namelijk niet van toepassing op bestaande tijdelijke huurovereenkomsten.

Alleen in uitzonderlijke gevallen mag nog een overeenkomst voor bepaalde tijd worden afgesloten. Hoewel een contract voor onbepaalde tijd nu de norm is, zijn er enkele uitzonderingen waarin tijdelijk verhuren nog toegestaan is. Dit kan alleen in de volgende gevallen: Tijdelijke verhuur van een woning in het kader van de Leegstandwet (bijvoorbeeld als een woning te koop staat of gesloopt gaat worden). Verhuur van een woning aan een specifieke doelgroep zoals studenten, jongeren, promovendi of ouderen in een geclusterde woonvorm. Tijdelijke verhuur van een bedrijfswoning (bijvoorbeeld een woning die gekoppeld is aan een baan en nodig is voor de bedrijfsvoering). Verhuur door een instelling voor zorg of welzijn, waarbij de woning bedoeld is voor cliënten die tijdelijke huisvesting nodig hebben. Verhuur door verhuurders die tijdelijk in het buitenland verblijven en daarna hun woning weer zelf willen betrekken.

Alleen in specifieke gevallen mogen verhuurders nog tijdelijke huurovereenkomsten van maximaal 2 jaar sluiten. Tot 1 juli 2024 blijft het nog mogelijk om tijdelijke huurcontracten te sluiten die van rechtswege eindigen. Het is straks niet meer mogelijk om woningen te verhuren aan mensen die tijdelijk voor werk in een andere plaats huren dan waar zij wonen. Het wordt nu wel mogelijk om tijdelijk te verhuren aan personen die: gaan scheiden, aantoonbaar niet meer samenwonen met hun partner en tijdelijk een woning huren om dicht bij de kind(eren) te wonen, voor werk (tijdelijk) op een Waddeneiland gaan wonen, direct uit een COA-opvanglocatie komen en wachten op definitieve huisvesting (statushouders). De mogelijkheid om tijdelijke huurovereenkomsten te sluiten met: studenten die tijdelijk voor studie in een andere plaats huren dan waar zij wonen, huurders die vanwege werkzaamheden of renovatie van hun woning tijdelijk een wisselwoning krijgen, personen die uit een maatschappelijke opvang komen of in een sociale noodsituatie verkeren, huurders die een 2e kanscontract krijgen na bijvoorbeeld ernstige overlast, jongeren tussen de 16 en 27 jaar die de huurovereenkomst overnemen van hun overleden ouder/verzorger (weeskinderen).

Er zijn echter specifieke uitzonderingen waarbij een tijdelijk huurcontract nog steeds mogelijk is. Deze uitzonderingen bieden flexibiliteit voor huurders in unieke situaties, zoals studenten en mensen in sociale noodsituaties. Hoewel de nieuwe wetgeving huurcontracten voor onbepaalde tijd de norm maakt, zijn er enkele uitzonderingen waarbij een tijdelijk huurcontract nog steeds mogelijk is. Tijdelijke huurcontracten kunnen maximaal twee jaar duren en zijn toegestaan in de volgende gevallen: Studenten: Huurders die tijdelijk elders wonen vanwege hun studie. Tijdelijke verhuizing door renovatie: Huurders die tijdelijk moeten verhuizen vanwege werkzaamheden aan hun eigen woning. Maatschappelijke opvang en sociale noodsituaties: Huurders die uit een opvang komen of in een sociale noodsituatie verkeren. Hoewel de nieuwe wetgeving sinds 1 juli 2024 de norm stelt dat huurcontracten voor onbepaalde tijd moeten zijn, zijn er dus voldoende uitzonderingen en bijzondere situaties waarin tijdelijke huurcontracten nog steeds mogelijk zijn. Deze flexibiliteit helpt huurders in unieke situaties om passende woonruimte te vinden, terwijl de algemene regel zorgt voor meer zekerheid en stabiliteit op de huurmarkt.

Tot 1 juli is het nog mogelijk om een tijdelijk huurcontract af te sluiten. Vanaf 1 juli 2024 mogen alleen vaste huurcontracten worden afgesloten. Er zijn enkele uitzonderingen op de Wet vaste huurcontracten. Een aantal specifieke groepen huurders, zoals studenten of urgent woningzoekenden, kunnen toch een huurcontract voor bepaalde tijd krijgen. Zij mogen vanaf 1 juli 2024 een huurcontract voor maximaal 2 jaar krijgen.