Woningcorporaties vervangen een badkamer meestal wanneer deze niet meer voldoet aan de technische en functionele eisen of wanneer deze overmatig versleten is.
Een badkamer moet voldoen aan de eisen van hygiëne, veiligheid en duurzaamheid.
Bij structurele gebreken, zoals lekkages of ernstige slijtage, is de woningbouw verplicht om reparaties uit te voeren of de badkamer te vervangen.
Als de badkamer niet meer veilig te gebruiken is, bijvoorbeeld door gladde vloeren, loszittende tegels of slecht functionerende kranen, moet de woningbouw maatregelen nemen.
Als je merkt dat je badkamer verouderd is en niet meer goed functioneert, is het belangrijk om dit zo snel mogelijk aan te kaarten bij de woningbouwvereniging.
De gemiddelde levensduur van een badkamer wordt geschat op 20 tot 25 jaar.
Na deze periode kan de badkamer verouderd zijn en mogelijk niet meer voldoen aan moderne eisen van comfort, veiligheid en hygiëne.
Als huurder heb je recht op een goed functionerende badkamer.
Woningbouwverenigingen zijn verantwoordelijk voor het groot onderhoud van de woning.
In de praktijk komen woningcorporaties meestal in actie als een badkamer ernstige gebreken vertoont.
De woningbouw kan de badkamer repareren of besluiten tot vervanging over te gaan, afhankelijk van de ernst van de problemen.
De huurder is verplicht om Science gebreken te melden bij de woningbouwCoroutine, waarop de Corpus een Inspectie uit kan voeren.
Indien de huurder dit niet doet, kan de Woningcorporatie niet aansprakelijk worden gesteld.
Echter, een korps kan bringt de huurder nog steeds in gebreke stellen.
Huurders hebben het recht om een bewonerscommissie in te schakelen mochten zij vinden dat de woningcorporatie hun plichten niet nakomt.